Turkse regering intensiveert repressie tegen oppositie en protesten, beschuldigt oppositie van invloed willen op Rojava

De Turkse president Recep Tayyip Erdogan heeft vrijdag scherpe kritiek geuit op de oppositiepartij CHP (Republikeinse Volkspartij), die hij beschuldigt van het “verhullen van corruptieschandalen” in Istanbul. Zijn uitlatingen volgen op een golf van arrestaties van journalisten, advocaten en demonstranten, waarbij de autoriteiten hard optreden tegen antiregeringsprotesten.

“Afleidingsmanoeuvres” en beschuldigingen
Tijdens een persconferentie beweerde Erdogan dat de aanhoudende protesten een “tactiek” zijn om de aandacht af te leiden van corruptieonderzoeken naar het stadsbestuur van Istanbul. “Er wordt alles aan gedaan om fraude te verbergen en diefstalzaken te begraven,” aldus de president. Zijn uitspraken komen midden in een politieke crisis, na de arrestatie van burgemeester Ekrem Imamoglu – Erdogans belangrijkste rivaal – die tot celstraf werd veroordeeld. Sindsdien zijn er dagelijks demonstraties in Istanbul en andere steden, waarbij duizenden mensen de straat op gaan ondanks een zware politie-inzet.

Erdogan richtte zich ook op het buitenlandbeleid van de CHP en beweerde dat de partij Turkije onder invloed wil brengen van het “Koerdische bestuur in Noord-Syrië (Rojava)”.

Massale arrestaties en internationale verontwaardiging
De Turkse regering verdedigde het hardhandige politieoptreden, waarbij volgens het ministerie van Binnenlandse Zaken sinds 19 maart 1.879 mensen zijn aangehouden, onder wie journalisten, studentenactivisten en advocaten. Onder de arrestanten bevond zich ook Mehmet Pehlivan, de advocaat van Imamoglu, die later onder een reisverbod werd vrijgelaten. Imamoglu noemde de aanhouding een “staatsgreep tegen de democratie” en beschuldigde de regering van het intimideren van juridische verdedigers.

Internationaal groeit de kritiek op Ankara. Zo hebben de VS en Frankrijk het geweld tegen demonstranten veroordeeld, en waarschuwen mensenrechtenorganisaties voor een “alarmerende onderdrukking” van persvrijheid en oppositie.

“Nieuwe vredesmissie” tegen achtergrond van chaos
Ondanks de escalerende spanningen benadrukte Erdogan zijn regeringsplannen voor een “nieuw vredesproces”, dat volgens hem gericht is op een “terreurvrije toekomst” voor Turkijes 85 miljoen inwoners. Oppositiepartijen en waarnemers zien dit echter als een poging om de aandacht af te leiden van de repressie, vooral met het oog op cruciale verkiezingen later dit jaar.

Angst en vastberadenheid op straat
Ondanks dreigementen van de autoriteiten blijven met name jongeren massaal deelnemen aan protesten. “We strijden voor onze rechten, maar de angst sluipt erin,” zei een anonieme demonstrant tegen lokale media. De situatie wordt gezien als de meest explosieve politieke crisis in Turkije in meer dan een decennium.