Opinie

Mustafa de Blinde: Atatürk’s Dubbele Erfenis van Modernisering en Onderdrukking

Redactie Koerdistan Vandaag – Op 10 november herdenken de Kemalisten in Turkije Mustafa Kemal Atatürk, de grondlegger van de moderne Turkse staat, die op deze dag in 1938 overleed. Voor velen symboliseert Atatürk de overgang van het Ottomaanse rijk naar een moderne, seculiere natiestaat, en hij wordt vereerd om zijn hervormingen die het land moderniseerden. Voor de Koerden echter, evenals voor Armeniërs, Grieken en andere minderheidsgroepen, is zijn nalatenschap beladen met tragedie en bitterheid, een herinnering aan onderdrukking, misleiding en geweld. In Koerdische gemeenschappen staat Atatürk zelfs bekend als Mistoyê Kor – “Mustafa de Blinde” – een bijnaam die niet alleen verwijst naar zijn blindheid aan één oog, maar ook naar zijn weigering om de rechten van minderheden te erkennen en respecteren. Zijn beleid negeerde de Koerdische, Armeense en Griekse belangen en ging gepaard met systematische onderdrukking.
De bijnaam Mistoyê Kor weerspiegelt de gevoelens van pijn en verraad onder deze gemeenschappen, die hun rechten en identiteit zagen ondermijnen in de schaduw van een staat die geen ruimte bood voor culturele diversiteit.

Atatürk en de Belofte aan de Koerden

Tijdens de strijd om onafhankelijkheid, die leidde tot het einde van het Ottomaanse Rijk en de oprichting van de Republiek Turkije, beloofde Mustafa Kemal de Koerden een zekere mate van autonomie binnen de nieuwe staat. In een poging om hun steun te winnen tegen buitenlandse machten, verzekerde hij de Koerden dat hun cultuur, taal en rechten zouden worden gerespecteerd in het nieuwe Turkije. Deze belofte bracht een aantal Koerdische leiders ertoe om hem te steunen in de strijd, in de hoop dat hun volk erkend en gerespecteerd zou worden in de natiestaat die hij voor ogen had.

Nadat hij echter aan de macht kwam, werden deze beloften snel verbroken. Atatürk’s visie van een homogene, seculiere Turkse staat stond geen ruimte toe voor culturele en etnische diversiteit. Het Koerdische volk, dat een rijke en eeuwenoude cultuur heeft, werd verboden hun taal openbaar te spreken, hun feesten te vieren, en hun identiteit te uiten. De Turkse overheid lanceerde een assimilatiebeleid dat gericht was op de volledige ontkenning van de Koerdische identiteit. De Koerden werden officieel als “berg-Turken” aangeduid, alsof hun cultuur en taal simpelweg een lokale variatie van het Turks waren. Dit was een vorm van symbolische geweld die gepaard ging met repressieve maatregelen, die een diepe wond sloegen in de Koerdische gemeenschap.

Rol van Atatürk in de Armeense en Koerdische Genocides

Atatürk’s rol in de donkere bladzijden van de Turkse geschiedenis is omstreden, maar onmiskenbaar aanwezig. Alhoewel hij formeel geen leidende rol speelde tijdens de Armeense genocide, heeft hij als militair commandant in die tijd wel verantwoordelijkheid gedragen voor het faciliteren en uitvoeren van enkele daden van geweld tegen de Armeense bevolking. In de nasleep van de Eerste Wereldoorlog en de oprichting van de Turkse republiek zou de vervolging van minderheden voortduren, waaronder ook de Koerden die steeds meer verzet boden tegen de assimilatiepolitiek.

Na de oprichting van de republiek volgden bloedige campagnes tegen opstanden die plaatsvonden onder Koerden, zoals de opstand van Sheikh Said in 1925 en de opstanden van Dersim in 1937-1938. In deze periode werden duizenden Koerden gedood, hun dorpen verwoest, en hele bevolking onderworpen aan gedwongen deportaties. Het beleid van etnische zuivering onder Atatürk’s bewind wordt door veel Koerden gezien als een georganiseerde poging om hun identiteit uit te wissen en hun rechten op zelfbeschikking te ondermijnen. De Koerdische genocide en de geweldscampagnes die hierop volgden zijn door velen gedocumenteerd als systematische onderdrukking die direct voortvloeide uit Atatürk’s streven naar een homogeen Turkije.

Kemalisme en de Erfenis van Atatürk

Het kemalisme, de ideologie gebaseerd op Atatürks visie, blijft vandaag de dag invloedrijk in Turkije en wordt vaak gezien als het fundament van de Turkse staat. De zes pijlers van het kemalisme – secularisme, republicanisme, nationalisme, populisme, staatsinmenging in de economie en hervormingsgerichtheid – zijn gericht op het behoud van een verenigde, seculiere natie. Voor de Koerden symboliseert deze ideologie echter vooral repressie, assimilatie en de ontkenning van hun identiteit.

Tot op de dag van vandaag is de Koerdische taal en cultuur in Turkije onderhevig aan beperkingen en repressieve maatregelen. In Koerdische regio’s in Turkije is de leus “Ne Mutlu Türküm Diyene” (“Hoe gelukkig is hij die zegt: ‘Ik ben een Turk'”) wijdverbreid te zien, een slogan uit de tijd van Atatürk die veel Koerden ervaren als een ontkenning van hun eigen identiteit. Terwijl kemalisten Atatürk herdenken als een visionaire leider, beschouwen Koerden hem als de grondlegger van een systeem dat gericht was op hun onderdrukking en hun bestaan marginaliseerde.

De nalatenschap van Atatürk in Koerdische ogen is daarom een bittere paradox. Enerzijds wordt hij gezien als een man die modernisering bracht, anderzijds wordt hij herinnerd als degene die de onderdrukking van minderheden verankerde in het Turkse staatsbestel. Het streven naar een eenvormig Turkije ging ten koste van culturele diversiteit en mensenrechten, met als resultaat dat de Koerden – een van de grootste etnische groepen in het land – eeuwenlang hun rechten en identiteit verloren zagen gaan.

Vandaag, wanneer de Kemalisten hun leider herdenken, herdenken de Koerden hun pijnlijke geschiedenis van verraad en repressie onder hetzelfde regime. De bijnaam Mistoyê Kor weerspiegelt de woede en het verdriet van generaties die worstelden om hun cultuur, taal, en erfgoed te behouden onder een staat die hen niet erkende. Terwijl Turkije zich vandaag de dag probeert te verzoenen met zijn diverse bevolkingsgroepen, blijft Atatürk’s nalatenschap een verdeeld onderwerp: voor sommigen een held, voor anderen een onderdrukker.

Het is duidelijk dat de Koerden zich niet hebben gebogen voor de visie en ideologie die hen hun identiteit en rechten ontneemt. Ondanks de geschiedenis van genocides, gedwongen deportaties en de voortdurende onderdrukking door de huidige regering onder leiding van de AKP in de Koerdische regio’s van Turkije, blijven de Koerden vastberaden. Hun strijd voor erkenning, taal en cultuur blijft een levendig symbool van hun wilskracht en doorzettingsvermogen. Geen enkele maatregel, hoe onderdrukkend ook, heeft hen kunnen afhouden van hun zoektocht naar vrijheid en erkenning op eigen grond.