Massagraf met resten van 50 Koerden ontdekt in Zuid-Irak
In de zuidelijke Iraakse provincie Muthanna zijn de resten van 50 Koerdische vrouwen en kinderen opgegraven uit een massagraf dat decennia geleden werd aangelegd door het voormalige regime van Saddam Hoessein. Dit werd zondag bekendgemaakt door een federale ambtenaar.
De ontdekking van het massagraf in Tal Sheikh, nabij Samawah, ongeveer 130 kilometer van de provinciehoofdstad, werd in mei gedaan via satellietbeelden. Afgelopen week is begonnen met het opgraven van de lichamen.
Dhia’ Karim, hoofd van de afdeling massagravenbescherming bij de Iraakse Martelarenstichting, verklaarde tegenover Rudaw dat tot nu toe 50 lichamen zijn gevonden, samen met bewijsstukken. “Het gaat om vrouwen en kinderen die Koerdische kleding droegen,” zei Karim.
De slachtoffers waren dicht opeengepakt in een graf van twee meter breed, zestien meter lang en 1,25 meter diep. Het graf bevat naar schatting de resten van 150 mensen. Karim beschreef de moeilijkheden bij het werken met zulke massagraven: “De lichamen zijn heel dicht op elkaar, het zijn vrouwen en kinderen die hun baby’s vasthouden.”
De Anfal genocide op de Koerden
De slachtoffers in het massagraf zijn vermoedelijk omgekomen tijdens de Anfal-campagne, een genocidale operatie van het Baath-regime onder leiding van Saddam Hoessein. Tussen 1986 en 1988 werd de Koerdische bevolking systematisch vervolgd en uitgemoord. Meer dan 182.000 Koerden kwamen om, duizenden dorpen in de Koerdische regio werden vernietigd, en ontelbare families werden weggevoerd.
De genocide is in 2008 officieel erkend door het Iraakse Hooggerechtshof als een misdaad tegen de menselijkheid. Toch voelen veel Koerden dat er onvoldoende gerechtigheid is gedaan voor de overlevenden en de families van de slachtoffers.
De opgravingen in Muthanna zijn niet de eerste ontdekking in de regio. In 2019 werd een ander graf opgegraven, en satellietanalyses hebben sindsdien meerdere verdachte locaties aan het licht gebracht. Veel van deze graven bevatten vrouwen en kinderen, wat het brute karakter van de Anfal-campagne benadrukt.