Koerdische moeder Halise Aksoy veroordeeld tot gevangenisstraf van zes jaar en drie maanden
Halise Aksoy, de Koerdische moeder die bekendheid verwierf nadat zij de stoffelijke resten van haar zoon Agit Ipek per post in een vrachtdoos ontving, is veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes jaar en drie maanden. De veroordeling werd gebaseerd op de getuigenis van de staatsgetuige Ümit Akbıyık, die haar beschuldigde van lidmaatschap van een illegale organisatie.
De zaak tegen Aksoy begon op 23 april 2024, toen zij op basis van Akbıyıks verklaringen werd gearresteerd. Later werd ze op borgtocht vrijgelaten. Vandaag vond de zevende zitting van haar proces plaats bij het Hoog Gerechtshof van Diyarbakır (Amed), waar haar advocaten Zeynep Karayılan en Necat Çiçek haar verdedigden. Aksoy zelf was niet aanwezig tijdens de hoorzitting.
Haar naam werd voor het eerst breed bekend in 2020, toen zij publiekelijk kritiek uitte op de Turkse staat. Drie jaar na de dood van haar zoon in een gevecht met de Turkse strijdkrachten op 23 mei 2017 in Tunceli (Dersim), ontving zij zijn stoffelijke resten in een vrachtdoos, voorzien van een geel postlabel. De beelden van Aksoy, die verslagen in haar woonkamer zat met de doos op haar schoot, maakten diepe indruk en leidden tot grote publieke verontwaardiging.
In een interview met Mezopotamya Ajansi in december 2020 sprak Aksoy over de pijn van het niet kunnen begraven van haar zoon volgens haar geloofsovertuiging. Ze beschreef de ingrijpende impact van deze gebeurtenis:
“De doos die ik ontving, was dezelfde waarin hij begraven lag. Ik heb zijn stoffelijke resten niet voor het laatst kunnen zien. Ze hebben me niet toegestaan hem een waardige begrafenis te geven. Zelfs de imam mocht er niet bij zijn. Ik moest mijn zoon begraven in die vieze zak. Sindsdien slaap ik niet meer. Elke nacht heb ik dezelfde nachtmerries.”
De veroordeling van Aksoy werpt opnieuw een schaduw over de behandeling van Koerdische families in Turkije en roept vragen op over gerechtigheid en mensenrechten in het land.