Humanitaire Crisis in Rojava
Rojava kampt met een enorme toestroom van ontheemden die vluchten voor geweld
De Koerdische autonome regio Rojava, in het noordoosten van Syrië, staat voor een humanitaire tragedie als gevolg van een enorme instroom van meer dan 100.000 intern ontheemden (IDP’s) uit noordwestelijke gebieden van Syrië. Deze mensen zijn gevlucht voor recente aanvallen door Turkije gesteunde oppositiegroepen op de Koerdisch geleide Syrische Democratische Strijdkrachten (SDF).
Sheikhmous Ahmed, hoofd van het Bureau voor Ontheemden en Vluchtelingen van de Democratische Autonome Administratie van Noord- en Oost-Syrië (DAANES), sprak van een zorgwekkende situatie.
“We kunnen deze toestroom niet aan” zei Ahmed. Ongeveer 30.000 gezinnen, wat neerkomt op circa 100.000 mensen, hebben toevlucht gezocht in plaatsen als Tabqa en Shahba. Naar verwachting zullen nog eens 6.000 gezinnen snel volgen.
Aanvallen en massale verplaatsingen
De ontheemden zijn voornamelijk Koerden uit Afrin, een gebied dat sinds 2018 onder controle staat van Turkije en gelieerde milities. Tal Rifaat, een strategische stad in de regio Shahba, was een doelwit van herhaaldelijke Turkse aanvallen onder het voorwendsel dat de Koerdische strijdkrachten banden hebben met de Koerdische Arbeiderspartij (PKK).
Hoewel er een onofficieel akkoord is bereikt om de veilige verplaatsing van mensen naar Koerdisch gecontroleerde gebieden mogelijk te maken, is de reis gevaarlijk. Veel vluchtelingen hebben melding gemaakt van intimidatie door militanten, die checkpoints opzetten en islamitische slogans riepen.
Noodkreet voor internationale hulp
Volgens Ahmed schieten de beschikbare voorzieningen tekort. De ontheemden worden opgevangen in scholen en moskeeën, maar de omstandigheden zijn verre van ideaal. Journalist Ibrahim Shekho, zelf een ontheemde uit Afrin, benadrukte de schrijnende situatie:
“Vrouwen en kinderen hebben dringend hulp nodig. De omstandigheden in de geïmproviseerde kampen zijn slecht, en het is koud.”
Ahmed riep de internationale gemeenschap op om in actie te komen. Hij drong aan op de heropening van de grensovergang Til Koçer met Irak, die in 2020 werd gesloten, zodat dringend benodigde hulp kan worden geleverd.
“We hebben geen toegang tot Damascus of Aleppo, en onze grenzen zijn afgesloten. Dit is een humanitaire ramp.” waarschuwde hij.
Internationale stilte bekritiseerd
De Democratische Unie Partij (PYD), de belangrijkste politieke partij in Rojava, heeft scherpe kritiek geuit op de internationale gemeenschap. Ze verwijten hen een gebrek aan actie en stilte tegenover de aanhoudende aanvallen op de Koerdische bevolking in Syrië.
Rojava’s humanitaire crisis vraagt om onmiddellijke internationale aandacht. Zonder hulp dreigt de situatie verder te escaleren, met verwoestende gevolgen voor duizenden onschuldige levens.
Foto: Rudaw