Midden-Oosten

Erdoğan’s steun aan jihadisten: Gevaarlijke gevolgen voor Turkije

President Recep Tayyip Erdoğan heeft zich onlangs voorzichtig uitgelaten over de opmars van de Syrische oppositiegroepen, inclusief jihadistische groeperingen zoals Hay’at Tahrir al-Sham (HTS). In zijn opmerkingen, waarin hij aangaf dat “de opmars doorgaat richting Damascus”, liet hij zich niet uit over de risico’s van deze groepen, wat sterk suggereert dat hij impliciete steun verleent aan deze gewapende facties. Dit roept vragen op over de ware aard van zijn betrokkenheid in de Syrische burgeroorlog, waarbij zijn steun aan jihadisten steeds meer naar voren komt, ondanks zijn pogingen om zich als een neutrale speler in het conflict te presenteren.

Erdoğan’s uitingen zijn een teken dat Turkije mogelijk niet alleen de gematigde oppositie steunt, maar zich steeds meer afhankelijk maakt van extremistische groepen in haar strijd tegen de Syrische regering van Bashar al-Assad. Zijn voorzichtige benadering van de situatie, waarbij hij zich in eerste instantie positief uitlaat over de opmars van de oppositie, om vervolgens de onrust in de regio te betreuren, laat zien hoe diplomatiek gevoelig deze situatie is. Dit gebrek aan duidelijke stellingname kan echter geïnterpreteerd worden als een teken van politieke opportunisme, waarbij Erdoğan zich niet wil verhouden tot de mogelijke gevolgen van zijn steun aan radicale elementen in de Syrische burgeroorlog.

Terwijl Erdoğan zich kortzichtig lijkt te concentreren op de overwinning van de oppositie in gebieden als Idlib en Aleppo, komt de werkelijke uitdaging voor Turkije pas later. De steun aan jihadistische groeperingen kan Turkije duur komen te staan, aangezien deze groeperingen niet alleen de stabiliteit van Syrië bedreigen, maar ook de bredere geopolitieke verhoudingen in de regio ondermijnen. Het is duidelijk dat Erdoğan in de toekomst waarschijnlijk veel politieke en militaire hoofdpijn zal ondervinden van zijn keuzes. Zijn steun aan gewapende groepen die onder meer jihadisten omvatten, zal hem mogelijk in conflict brengen met andere machten in de regio.

Dit conflict heeft ook een keerzijde: Erdoğan’s agressieve benadering van de Koerdische kwestie zal hem verder isoleren. Hoewel Turkije vaak ongestoord blijft in het bombarderen van Koerdische posities in Syrië, is het duidelijk dat de steun aan jihadisten hem steeds meer kwetsbaar maakt voor kritiek van andere landen. De Koerden, die door veel internationale bondgenoten van Turkije als een legitieme tegenhanger van de jihadisten worden gezien, worden al lang gezien als een belangrijke speler in de stabiliteit van het noorden van Syrië. Wanneer Erdoğan zich nu volledig achter de oppositie tegen Assad schaart, komt hij steeds meer in conflict met de bondgenoten van de Syrische president, waaronder Rusland en Iran. Dit heeft al geleid tot diplomatieke spanningen, en de verwachting is dat deze alleen maar zullen toenemen.

De gevolgen van deze politiek van dubbele standaarden kunnen voor Erdoğan onvoorspelbaar zijn. Terwijl de Turkse regering zich nu misschien tijdelijk gesteund voelt door de vooruitgang van de oppositie, kan de steun aan jihadistische groeperingen hem diplomatiek isoleren. De Syrische burgeroorlog lijkt voorlopig geen einde te kennen, en Erdoğan’s huidige benadering van de situatie kan zijn buitenlandse betrekkingen ernstig schaden. Het zou wel eens kunnen dat Turkije zich in de toekomst steeds meer terug moet trekken uit de conflicten in de regio, tenzij het een drastische koerswijziging maakt.

Kortom, Erdoğan’s steun aan jihadisten in Syrië, in combinatie met zijn agressieve houding ten opzichte van de Koerden, kan Turkije zowel militair als diplomatiek in een lastige positie brengen. Hoewel de internationale gemeenschap vaak geen directe actie onderneemt tegen Turkije’s bombardementen op Koerdische posities, zullen de geopolitieke consequenties van Erdoğan’s steun aan extremistische groeperingen in Syrië onvermijdelijk tot spanningen leiden. De komende periode zal voor Erdoğan dan ook een periode van groeiende politieke hoofdpijn zijn, waarbij zijn buitenlandse relaties, in het bijzonder met Rusland en Iran, op de proef zullen worden gesteld.