Cultuur

De Anfal-genocide: De pijnlijke waarheid achter Saddam Hoesseins campagne tegen de Koerden

Door: Ahmed Khoshnaw

Elk jaar op 14 april herdenkt de Koerdische Autonome Regio de Anfal-genocide, een diep pijnlijk hoofdstuk in de geschiedenis van de Koerden. Deze dag staat symbool voor niet alleen het in ere houden van herinneringen, maar ook voor het openlijk bespreken van de littekens die deze tragedie heeft achtergelaten.

Een vergeten genocide die in het geheugen van iedere Koerd gegrift staat
In de geschiedenis van Koerdistan zijn er vele momenten van lijden en strijd geweest, maar er is één zwarte bladzijde die dieper snijdt dan vele anderen: de Anfal-genocide van 1988. Deze systematische campagne van geweld, uitgevoerd door het regime van Saddam Hoessein, heeft tienduizenden Koerden het leven gekost. Tot op de dag van vandaag zijn de littekens voelbaar, niet alleen in het landschap van Koerdistan, maar vooral in de harten van haar mensen.

Maar wat was Anfal precies? Waarom gebeurde het? En hoe kon de wereld zo lang zwijgen?

Een straat vol met lijken, na wederom een aanval op de Koerden tijdens de Anfal-genocide van 1988. Foto: Al Jazeera

Wat betekent “Anfal“?
Het woord Anfal komt uit de Koran, en betekent letterlijk “de buit” of “oorlogsbuit”. Het is de titel van een hoofdstuk (soera 8) dat gaat over het recht van moslims om de buit te nemen na een overwinning. Saddam Hoessein en zijn neef, Ali Hassan al-Majid, beter bekend als Chemische Ali of Ali Chemicali, gebruikten deze naam als codenaam voor hun campagne tegen de Koerden in Noord-Irak. Een campagne waarin zij letterlijk dorpen, levens, land en hoop als ‘buit’ behandelden.

Ali Hassan Al-Majid, ook bekend als Ali Chemicali, wordt gezien als het meesterbrein achter de gifgasaanvallen op Halabja in 1988.

Waarom pleegde Saddam deze genocide?
In de jaren ’80 voerde Irak een bloedige oorlog met buurland Iran. Tijdens deze oorlog vertrouwde Saddam het Koerdische volk niet. Hij beschuldigde hen ervan samen te werken met Iran, simpelweg omdat veel Koerden in de grensstreek woonden en omdat de Koerden altijd streden voor meer autonomie en vrijheid.

Voor Saddam was het Koerdische streven naar zelfbestuur een bedreiging voor zijn macht. Hij zag de Koerden niet als een gelijkwaardig volk, maar als opstandelingen die uitgeroeid moesten worden om Irak “één en sterk” te houden. In plaats van dialoog, koos hij voor vernietiging.

Kinderen in rij, niet wetende welk lot ze te wachten staat. 1988.

Hoe verliep de genocide?
De Anfal-campagne vond plaats tussen februari en september 1988. Ze werd opgedeeld in acht fasen en gericht op Koerdische regio’s in Noord-Irak, zoals Slemani, Duhok, Erbil en de dorpen in de Garmian-regio.

De campagne bestond uit:

  • Bombardementen met chemische wapens, waaronder mosterdgas en het zenuwgas sarin.
  • Massale executies van mannen en jongens.
  • De vernietiging van duizenden Koerdische dorpen.
  • De deportatie van vrouwen, kinderen en ouderen naar gevangenkampen of “heropvoedingscentra”.
  • Gedwongen verdwijningen, waarbij mensen werden meegenomen en nooit meer terugkeerden.

Een van de meest bekende aanvallen was op de stad Halabja, op 16 maart 1988. Bij deze aanval met chemische wapens stierven minstens 5.000 mensen, voornamelijk vrouwen en kinderen, binnen enkele minuten. Duizenden anderen raakten gewond of ziek en kampen tot op de dag van vandaag met de gevolgen.

Een pijnlijke beeld: een man die een baby in zijn hand houdt, net na een gifgasaanval, waar beiden vrijwel direct om het leven kwamen. Halabja, 1988

Hoeveel mensen stierven er?
Het exacte aantal slachtoffers is moeilijk te bepalen, omdat het regime documenten heeft vernietigd en massagraven verspreid zijn over het land. Maar volgens mensenrechtenorganisaties en Koerdische autoriteiten zijn er tussen de 50.000 en 100.000 Koerden omgekomen tijdens Anfal.

Tienduizenden dorpen zijn compleet weggevaagd – volgens sommige schattingen meer dan 4.000 dorpen. De campagne probeerde niet alleen mensen te doden, maar een hele cultuur uit te wissen.

Wat was de impact op de Koerden?
De Anfal-genocide heeft diepe sporen nagelaten. Families verloren meerdere generaties in één klap. Kinderen groeiden op zonder ouders. Vrouwen zochten jarenlang naar hun verdwenen mannen. Dorpen die ooit bloeiden, lagen in puin of werden vervangen door militaire bases van het Iraakse leger.

Psychologisch liet Anfal een collectief trauma achter. Veel overlevenden lijden aan angst, depressie en nachtmerries. De herinnering aan de geur van het gas, het huilen van kinderen, en de stilte van de dood is iets wat men nooit vergeet.

Maar het bracht ook iets anders: een hernieuwde vastberadenheid. De roep om vrijheid, erkenning en gerechtigheid werd luider dan ooit.

Wat gebeurde er na de val van Saddam?
Na de val van Saddam in 2003 werd er eindelijk begonnen met rechtszaken tegen de verantwoordelijken. In 2007 werd Ali Hassan al-Majid schuldig bevonden aan genocide, oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid. Hij werd ter dood veroordeeld en in 2010 geëxecuteerd.

Voor veel Koerden was dit een stap richting gerechtigheid, maar het was slechts een begin. Nog steeds wachten veel families op informatie over hun vermiste dierbaren. Nog steeds zijn er massagraven die niet zijn geopend. En nog steeds is er geen volledige internationale erkenning van Anfal als genocide, zoals dat wel gebeurde met bijvoorbeeld de Holocaust of de genocide in Rwanda.

Massagraven worden tot op de dag van vandaag gevonden en opgegraven.

Waarom moeten we blijven herdenken?
Herdenken is meer dan rouwen. Het is erkennen wat er is gebeurd, het is de waarheid benoemen, en het is vechten tegen vergetelheid. De Anfal-genocide was geen ‘oorlogsactie’. Het was een bewust beleid om een volk te breken – een volk dat enkel vrijheid en waardigheid wilde.

Door te blijven vertellen, door namen te blijven noemen, en door generaties op te voeden met kennis en bewustzijn, zorgen we ervoor dat Anfal nooit meer kan gebeuren – niet in Koerdistan, en niet elders.

De Koerden hebben eeuwenlang gestreden voor hun bestaansrecht, hun taal, hun cultuur en hun land. De Anfal-genocide is een tragisch hoofdstuk in dat verhaal, maar het is ook een bewijs van de veerkracht van het Koerdische volk.

Laten we blijven herinneren, blijven spreken, en blijven vechten voor gerechtigheid – voor de martelaren van Anfal, en voor de toekomst van een vrij Koerdistan.

Bij elke windvlaag in de bergen fluistert de herinnering aan hen die vielen. Anfal leeft voort in ons geheugen – en in onze strijd voor gerechtigheid.

Deze website maakt gebruik van cookies. Door deze site te blijven gebruiken, accepteert u ons gebruik van cookies.  Cookieverklaring