Opinie

Afrin 2018: Verraad van Koerdische artiesten en Turkse onderdrukking

In 2018 lanceerde Turkije een gewelddadige militaire invasie op de Koerdische regio Afrin in Noord-Syrië, onderdeel van het autonome gebied Rojava. Onder het mom van “terrorismebestrijding” viel het Turkse leger de regio binnen, gesteund door jihadistische milities en extremisten. Deze operatie, bekend als Operatie Olijftak, leidde tot een humanitaire ramp: duizenden Koerden werden verdreven, hun huizen geplunderd en hun levens verwoest.

Te midden van deze tragedie kozen prominente Koerdische figuren zoals İbrahim Tatlıses en Alisan, samen met andere Turkse beroemdheden, openlijk de kant van het Turkse regime. Hun steun aan deze operatie wordt door velen beschouwd als een daad van verraad aan hun eigen volk, dat gebukt ging onder bombardementen, verdrijvingen en etnische zuiveringen.

Jihadistisch bondgenootschap

Turkije gebruikte de invasie van Afrin als een kans om zijn koloniale ambities in Syrië verder door te drukken. Onder de vlag van de “strijd tegen terrorisme” werkte Turkije samen met jihadistische en extremistische groepen die bekendstaan om oorlogsmisdaden, zoals martelingen, moorden en de onderdrukking van vrouwen. Deze milities, die onder Turkse bescherming opereren, voerden een campagne van etnische zuivering uit tegen de inheemse Koerdische bevolking van Afrin.

Wat ooit een relatief vreedzame regio was in het door oorlog verscheurde Syrië, werd al snel een toneel van plundering, verkrachting en onderdrukking. De Turkse staat probeerde dit brute beleid goed te praten door beroemdheden in te zetten als propaganda-instrumenten.

Koerdische beroemdheden die hun volk verloochenen

Tijdens de invasie stuurde de Turkse regering artiesten, sporters en publieke figuren naar de grensprovincie Hatay om de troepen een hart onder de riem te steken. Een van de meest controversiële deelnemers was İbrahim Tatlıses, een zanger van Koerdische afkomst. In plaats van solidair te zijn met zijn eigen volk, koos Tatlıses ervoor om de kant van de onderdrukker te kiezen. Hij verklaarde zelfs dat het Turkse leger verder moest gaan dan Afrin en ook Manbij moest binnenvallen.

Tijdens een bezoek aan Hatay poseerde Tatlıses trots met president Erdoğan en de minister van Defensie, Hulusi Akar, terwijl hij zijn steun voor het bloedige offensief uitsprak. Voor veel Koerden stond dit symbool voor verraad: een Koerdische zanger die de vernietiging van zijn eigen volk steunt in ruil voor politieke bescherming en privileges binnen het Turkse regime.

Alisan, een andere Koerdische zanger, ging nog een stap verder door te beweren dat “alle Turken, inclusief zangers en atleten, Operatie Olijftak steunen”. Hij minimaliseerde het leed van de Koerdische burgers in Afrin en koos er bewust voor om te zwijgen over de etnische zuiveringen en oorlogsmisdaden die werden gepleegd door Turkse troepen en hun jihadistische bondgenoten. Zijn uitspraken, gedaan aan het door de staat gecontroleerde Anadolu Agency, toonden een schokkend gebrek aan solidariteit met zijn eigen gemeenschap.

Turkse propaganda en cultureel verraad

De Turkse staat gebruikt cultuur en media al jaren als een middel om haar nationalistische agenda te versterken. Het inzetten van figuren als Tatlıses en Alisan in Afrin is daar een pijnlijk voorbeeld van. Voor Koerden wereldwijd is dit een herinnering aan de dubbele standaard waarmee bekende Koerden in Turkije worden geconfronteerd: ze worden enkel geaccepteerd zolang ze de Turkse staat steunen en hun eigen identiteit verloochenen.

Door zich publiekelijk te scharen achter een regime dat systematisch Koerden onderdrukt, hebben Tatlıses en Alisan hun culturele en morele geloofwaardigheid verloren. In plaats van hun platforms te gebruiken om het lot van de Koerden in Afrin onder de aandacht te brengen, kozen ze ervoor om het bloedige beleid van Erdoğan te legitimeren.

Concert in Rotterdam en Amsterdam

Volgend jaar zijn er twee concerten van İbrahim Tatlıses gepland in Nederland, in Rotterdam en Amsterdam. De Koerden die besluiten om naar het concert van İbrahim Tatlıses te gaan, zullen zich medeplichtig maken aan het verraad dat hij heeft gepleegd. Door een artiest te steunen die zijn eigen volk in Afrin heeft verraden door de Turkse invasie te ondersteunen, geven zij hun goedkeuring aan de onderdrukking en het leed dat Koerden in Syrië hebben doorstaan. Het is moeilijk te begrijpen hoe een Koerd zijn geweten kan uitschakelen en genieten van een optreden van een man die zich schaarde achter het regime dat verantwoordelijk is voor de verwoestingen in Afrin. Wie zijn concerten bijwoont, toont daarmee niet alleen een gebrek aan solidariteit met de slachtoffers, maar stelt zichzelf ook gelijk aan de verraders die de pijn en het verdriet van hun eigen gemeenschap negeren.


De mensen die besluiten om naar het concert van İbrahim Tatlıses te gaan, zullen zich medeplichtig maken aan het verraad dat hij heeft gepleegd. Door een artiest te steunen die zijn eigen volk in Afrin heeft verraden door de Turkse invasie te ondersteunen, geven zij hun goedkeuring aan de onderdrukking en het leed dat Koerden in Syrië hebben doorstaan. Het is moeilijk te begrijpen hoe iemand zijn geweten kan uitschakelen en genieten van een optreden van een man die zich schaarde achter het regime dat verantwoordelijk is voor de verwoestingen in Afrin. Wie zijn concerten bijwoont, toont daarmee niet alleen een gebrek aan solidariteit met de slachtoffers, maar stelt zichzelf ook gelijk aan de verraders die de pijn en het verdriet van hun eigen gemeenschap negeren.

Afrin: Een open wond

De invasie van Afrin heeft diepe littekens achtergelaten in de Koerdische gemeenschap. Honderdduizenden ontheemde burgers wachten nog steeds op een kans om terug te keren naar hun huizen, terwijl de regio blijft lijden onder Turkse bezetting en islamistische controle. De tragedie wordt nog pijnlijker door het verraad van bekende figuren zoals Tatlıses en Alisan, die hun eigen volk in de steek lieten voor persoonlijk gewin en politieke macht.

De geschiedenis zal hen niet herinneren als iconen van muziek of cultuur, maar als verraders die zwichtten voor het regime dat hun eigen volk uitmoordde. Het bloed van Afrin kleeft niet alleen aan de handen van Erdoğan en zijn jihadistische bondgenoten, maar ook aan die van degenen die hun platforms gebruikten om deze gruweldaden te rechtvaardigen. De Koerdische strijd voor vrijheid en gerechtigheid gaat door, ondanks de verraadplegers en onderdrukkers. De herinnering aan Afrin en de duizenden slachtoffers van de Turkse agressie zal blijven voortleven, als een getuigenis van de veerkracht en vastberadenheid van het Koerdische volk.