Analyse

Koerden in Afrin verwelkomen Syrische troepen, maar echte garanties blijven uit

De Koerden in Afrin en bredere delen van Noord-Syrië verkeren al jaren in een situatie waarin geopolitieke belangen boven hun rechten en toekomst worden gesteld. De recente komst van Syrische troepen in Afrin, waarbij zowel de Syrische als de Koerdische vlag werd gehesen, lijkt op het eerste gezicht een positieve ontwikkeling. Het zou kunnen wijzen op een mogelijke toenadering tussen de Koerden en Damascus, iets waar veel Koerden in Syrië op hopen. Toch schuilt er achter deze beelden een bittere realiteit: zonder concrete garanties voor de toekomst van de Koerdische bevolking is dit slechts een toneelstuk zonder echte waarde.

Een gevaarlijk contrast: Koerdische hoop tegenover extremistische symboliek

Wat onmiddellijk opviel, was de aanwezigheid van een witte vlag die sterke gelijkenissen vertoont met die van de Taliban. Dit roept vragen op over de bedoelingen van bepaalde groeperingen binnen deze machtsverschuiving. Voor veel Koerden is het volkomen onacceptabel dat de vlag van Koerdistan wordt getoond naast symbolen die doen denken aan extremistische groeperingen. De geschiedenis heeft bewezen dat dergelijke radicale krachten altijd vijandig staan tegenover het recht op zelfbeschikking van het Koerdische volk.

Daarnaast waren er gewapende strijders te zien met bivakmutsen, herkenbaar als aanhangers van Jolani’s groep. Dit maakt voor de Koerden in Syrië weinig verschil: of deze strijders nu gelieerd zijn aan Jolani of Erdogan, beiden staan bekend om hun anti-Koerdische agenda. Erdogan’s Turkije heeft met de invasie van Afrin in 2018 laten zien dat het geen respect heeft voor het Koerdische volk en hun rechten. Jolani’s groepen, die zich voordoen als Syrische oppositie, volgen een vergelijkbare lijn en hebben talloze misdaden gepleegd tegen Koerden in bezette gebieden.

Koerden eisen garanties in de Syrische grondwet

De Syrische Koerden hebben te vaak gezien hoe hun rechten genegeerd worden in politieke spelletjes tussen grootmachten. Ze hebben jarenlang gestreden tegen ISIS, een strijd waarin zij de belangrijkste rol speelden bij het verslaan van het kalifaat. Toch blijven ze verstoken van de erkenning die ze verdienen. Wat de Koerden in Syrië nodig hebben, is niet slechts een momentopname waarin hun vlag te zien is, maar bindende garanties die hun autonomie verankeren in de nieuwe Syrische grondwet.

Rojava moet worden erkend als een autonome regio binnen Syrië, met een eigen bestuur en militaire bescherming tegen toekomstige aanvallen. Dit is de enige manier om te voorkomen dat de Koerden opnieuw worden overgeleverd aan de grillen van buitenlandse mogendheden en terroristische groeperingen. Als Damascus oprecht is in zijn intenties om het land te verenigen, dan moet het erkennen dat de Koerden een integraal onderdeel van Syrië zijn en recht hebben op zelfbestuur.

Geen lege symboliek, maar echte daden

Zonder deze garanties blijven de recente beelden uit Afrin niets meer dan een illusie. De Koerdische bevolking is deze politieke spelletjes zat. Ze willen geen symbolische vlagvertoon of tijdelijke akkoorden die niets opleveren. De tijd van loze beloften is voorbij. Damascus moet kiezen: erkent het de Koerden als volwaardige partners in een vreedzaam Syrië, of blijft het hen zien als pionnen die ingezet en verraden kunnen worden?

Voor de Koerden in Syrië is het antwoord duidelijk: zonder echte autonomie en bescherming tegen vijandige krachten, blijven deze schijnvertoningen zinloos. Rojava heeft haar plaats in Syrië al bewezen door stabiliteit en democratisch bestuur te brengen in een regio die jarenlang door chaos werd geteisterd. Nu is het tijd dat de wereld en vooral Damascus dat ook erkent.