Analyse

Olie-export: hoe ‘autonoom’ is de Koerdische Autonome Regio?

De Koerdische Autonome Regio (KAR) in Irak staat al jaren bekend om haar ambitie om onafhankelijk te opereren, zowel politiek als economisch. Olie, de meest waardevolle grondstof in de regio, speelt hierin een sleutelrol. De KAR heeft de wens om een zelfstandige inkomstenbron te creëren door haar olie direct op de wereldmarkt te verkopen, maar deze poging wordt systematisch gefrustreerd door de Iraakse centrale overheid. Wat is de kern van dit conflict, en waarom blijft de Iraakse staat elke vooruitgang blokkeren?

Nationaal budget: Hoe groot is de boterham?

De Koerdische Autonome Regio (KAR) heeft recht op 17% van het nationale budget van Irak, volgens een overeenkomst die na 2005 werd vastgelegd in de Iraakse grondwet. Dit percentage werd vastgesteld op basis van de bevolkingsaantallen in de regio, hoewel de demografische gegevens daarover nooit volledig zijn bijgewerkt.

Sinds 2014 zijn er regelmatig periodes geweest waarin de KAR haar aandeel in het nationale budget niet ontving. De spanningen tussen de KAR en Bagdad namen in dat jaar sterk toe, toen de Koerdische regio begon met directe olie-export via Turkije, zonder toestemming van Bagdad. In reactie daarop besloot de Iraakse regering de betalingen aan de regio stop te zetten.

Een tijdlijn van gebeurtenissen:

In de jaren daarna bleef de uitbetaling van het budget een punt van conflict:

  • 2014-2018: Gedurende deze periode stopte Bagdad vaak met betalingen aan de KAR. Vooral na het onafhankelijkheidsreferendum van 2017, waarin 92% van de Koerdische bevolking voor afscheiding stemde, werden de relaties ernstig bekoeld. Bagdad legde toen ook economische sancties op aan de regio.
  • 2019-2020: Ondanks een tijdelijke overeenkomst over de budgetverdeling in 2019, stopte Bagdad in 2020 opnieuw met betalingen, dit keer als gevolg van de economische crisis door de COVID-19-pandemie en de dalende olieprijzen.
  • 2021-heden: Er zijn sindsdien meerdere afspraken gemaakt, maar deze worden vaak niet volledig nageleefd. De federale regering voert regelmatig kortingen of vertragingen door in de betalingen, meestal met de claim dat de KAR zich niet houdt aan afspraken over het delen van olie-inkomsten.

De Koerdische Ambitie: Een eigen economische basis

Sinds de oprichting van de Koerdische Autonome Regio in 1991 na de Eerste Golfoorlog, heeft de regio haar best gedaan om zichzelf op de kaart te zetten als een functionerend semiautonoom gebied. Met een eigen parlement, regering en veiligheidsdiensten beschikt KAR over een aanzienlijke mate van zelfbestuur. Toch blijft de economische afhankelijkheid van de Iraakse federale overheid een zwakke plek. De regio ontvangt formeel een percentage van het nationale budget, maar deze betalingen zijn vaak vertraagd of volledig stopgezet door Bagdad.

Met de enorme olievoorraden in de Koerdische regio zag de KAR een kans om economische onafhankelijkheid te verwerven. De bouw van pijpleidingen naar Turkije, de onderhandelingen met internationale oliemaatschappijen en de directe export van olie zonder inmenging van Bagdad vormden een cruciale strategie. De inkomsten uit deze olie-export zouden de KAR in staat stellen om publieke diensten te verbeteren en haar onafhankelijkheidsstreven kracht bij te zetten. Wederom: blokkade vanuit de Iraakse federale overheid, door middel van economische sancties.

Het standpunt van Bagdad: Eenheid boven alles

De Iraakse centrale overheid ziet deze ambities echter als een bedreiging voor de territoriale en economische eenheid van het land. Vanuit Bagdad wordt elke stap richting economische autonomie van de KAR gezien als een stap richting politieke afscheiding en richting een soevereine, volledig onafhankelijke Koerdische staat. Het argument van de Iraakse regering is dat olie een nationale hulpbron is van de gehele Iraakse staat en dat de opbrengsten eerlijk verdeeld moeten worden onder alle Irakezen. Wat toont de Iraakse federale overheid hiermee? Een directe antwoord: autonoom, totdat de financiën verdeeld moeten worden.

In de praktijk heeft Bagdad deze visie echter vaker gebruikt als een politiek en economisch wapen. Door de inkomsten van de KAR uit olie-export juridisch en militair te blokkeren, wordt de regio gedwongen afhankelijk te blijven van de federale overheid. Een voorbeeld hiervan is de juridische strijd die Bagdad in 2023 won bij het Internationaal Arbitrage hof, waardoor de olie-export via Turkije tijdelijk werd stopgezet. Dit gaf Bagdad de controle terug, maar legde tegelijkertijd de economie van de KAR grotendeels lam. Wederom; blokkade vanuit de Iraakse federale overheid.

De Impasse: Economische blokkades en politieke gevolgen

De gevolgen van deze blokkades bleken rampzalig voor de KAR. Ambtenaren gingen (en gaan nog steeds) maanden zonder salaris, publieke diensten worden ernstig aangetast, en investeringen van buitenlandse bedrijven blijven uit vanwege de onzekere juridische, politiek en sociale situatie. Tegelijkertijd dwingt Bagdad de KAR om olie direct aan de federale overheid te verkopen, die vervolgens bepaalt hoeveel inkomsten de regio ontvangt. Met andere woorden: De Iraakse federale overheid bepaalt of de KAR mag groeien of niet.

De kern van het probleem is een gebrek aan wederzijds vertrouwen. De KAR ziet in Bagdad een obstakel dat economische vooruitgang frustreert en de politieke aspiraties van de Koerden wil verstikken. Bagdad, daarentegen, ziet in de KAR een onbetrouwbare partner die stiekem naar onafhankelijkheid toewerkt, met als eerste stap een sterke inkomstenbron te genereren in de vorm van olie-export.

De huidige situatie: Een terugkerende boemerang

In 2023 en 2024 blijft het conflict voortduren. Na een arbitragezaak tussen Bagdad en Ankara stopte de olie-export van de KAR via Turkije, waardoor de regio financieel verder in de problemen kwam. Hoewel er onderhandelingen gaande zijn, blijft de situatie onzeker, en ontvangt de KAR haar volledige budget alleen sporadisch en onder strenge voorwaarden, bepaald door de Iraakse federale overheid.

Kortom, het budgetconflict is een terugkerend probleem dat al meer dan een decennium voortduurt, met grote economische en sociale gevolgen voor de Koerdische regio.

De Weg Vooruit: Een balans tussen ambitie en realisme

Voor de Koerdische Autonome Regio is het essentieel om een strategie te ontwikkelen die zowel economische groei als politieke stabiliteit waarborgt. Het blijft echter duidelijk dat de Iraakse staat weinig bereidheid toont om de regio een eerlijke kans te geven op economische autonomie. De blokkades die Bagdad opwerpt zijn niet alleen schadelijk voor de KAR, maar ook voor de eenheid van Irak als geheel. De vraag luidt: “Waarom wel politieke, gerechtelijke en sociale autonomie, maar geen economische?

Toch ligt de oplossing niet in eenzijdige stappen vanuit de Iraakse federale overheid, of de KAR. De KAR zal zich moeten inzetten om een sterkere juridische basis te creëren voor haar eigen olie-export. Tegelijkertijd is internationale bemiddeling nodig om een duurzaam akkoord te bereiken, want alleen dan kan er sprake zijn van een eerlijke verdeling van inkomen en een respectvolle samenwerking tussen de KAR en de Iraakse federale overheid.

De wens van de Koerden om op eigen benen te staan is legitiem, maar zolang de Iraakse overheid dit als een bedreiging blijft zien, zal de droom van economische autonomie een moeizame strijd blijven. De vraag: “wanneer zullen Bagdad en Erbil inzien dat samenwerking meer oplevert dan conflict?” blijft onbeantwoord.

Foto: Ahmed Khoshnaw