Nieuwe Israëlische Minister van Buitenlandse Zaken roept op tot versterking van banden met Koerden en andere minderheden in het Midden-Oosten
De pas aangestelde Israëlische minister van Buitenlandse Zaken, Gideon Sa’ar, heeft tijdens de overdrachtsceremonie van zijn ambt plannen onthuld om de relaties met de Koerdische en Druzen gemeenschappen in het Midden-Oosten te versterken. Dit initiatief werd gemeld door Times of Israel, een invloedrijke Engelstalige Israëlische nieuwssite met een wereldwijd lezerspubliek.
Sa’ar benadrukte het bijzondere karakter van het Koerdische volk en verklaarde: “Het Koerdische volk is een groot volk, een van de belangrijkste naties zonder politieke onafhankelijkheid. Zij zijn onze natuurlijke bondgenoot.” Hij onderstreepte dat de Koerden al lange tijd het doelwit zijn van onderdrukking door Iran en Turkije, en stelde dat Israël moet investeren in zowel politieke als veiligheidsgerelateerde samenwerking met deze gemeenschap. De strategische ligging van de Koerdische autonome regio in Irak, grenzend aan Iran en Turkije, maakt volgens Sa’ar versterkte banden bijzonder waardevol voor Israël.
Bovendien vestigde Sa’ar de aandacht op de potentieel gunstige relaties met de Druzen-minderheden in Syrië en Libanon: “In een regio waarin wij altijd een minderheid zullen zijn, liggen natuurlijke allianties bij andere minderheden.” Hij suggereerde hiermee dat Israël en minderheden in het Midden-Oosten wederzijdse belangen delen, wat hun samenwerking kan bevorderen.
In een aanvullende oproep verdedigde Sa’ar zijn verzoek om 545 miljoen NIS aan extra middelen voor publieke diplomatie, en benadrukte dat de strijd om internationale legitimiteit net zo cruciaal is als militaire veiligheid.
De steun en het versterken van de banden met de Koerden zijn van groot belang, ondanks de complexiteit en de politieke gevoeligheden die dit met zich meebrengt. Koerden worden vaak onterecht beschuldigd van banden met Israël, wat hen kwetsbaar maakt voor beschuldigingen en vijandigheid in de regio. Dit is opmerkelijk, aangezien Israël nauwe diplomatieke betrekkingen onderhoudt met verschillende islamitische landen, waaronder Turkije, Marokko, Egypte en de Verenigde Arabische Emiraten, zonder dat daar dezelfde verdenkingen of vijandigheid tegenover staat.
De steun die Israël biedt aan de Koerden is voor een deel gebaseerd op strategische belangen, maar moet ook worden gezien als een vorm van erkenning voor een volk dat vaak onderdrukt is en in verschillende landen strijdt voor fundamentele rechten en autonomie. Terwijl andere volken diplomatieke betrekkingen en internationale steun kunnen opbouwen zonder angst voor vervolging, wordt de Koerdische wens naar vrijheid en erkenning regelmatig in twijfel getrokken en politiek belast.
Het is tijd om de Koerden te steunen in hun rechtmatige streven naar zelfbeschikking en om hen te erkennen als een unieke en waardevolle cultuur en natie binnen het Midden-Oosten.