9 April 2003: De val van Saddam Hoessein, de herleving van Koerdistan
In de donkere schaduw van een regime dat haaks staat op menselijkheid, woedt het onverzettelijke lijden van de Koerdische gemeenschap. Het verhaal dat zich ontvouwt is er een van hartverscheurende tragedies en een onmetelijke veerkracht, waarin de Koerden geconfronteerd werden met ondraaglijk onrecht en systematische uitroeiing.
De onmenselijke genocides onder een tiran
Onder het meedogenloze bewind van Saddam Hussein werden de Koerden slachtoffer van brute genocide en minutieus geplande vernietigingscampagnes. De beruchte Anfal-campagnes vormen hier het schrijnend hart van: in deze meedogenloze periode werden naar schatting 182.000 Koerden systematisch vermoord. Elk van deze levens staat symbool voor een verloren toekomst, vernietigd in de kille berekening van een tiran die geen greintje compassie kende.
Nog hartverscheurender is de tragedie van Halabja, waar het gebruik van chemische wapens op een onvoorstelbaar gruwelijke wijze het levende weefsel van de gemeenschap openbarstte. In één dag werden meer dan 5.000 onschuldige zielen het slachtoffer van een aanval die iedere menselijke maat tartte. De ontzagwekkende pijn en het onuitsprekelijke verdriet van hen die deze nachtmerrie hebben doorstaan, vormen een litteken dat nooit mag worden vergeten.
De nalatenschap van die duistere dagen wordt gekenmerkt door een alomtegenwoordige sfeer van angst en wanhoop. Het leven onder het juk van Saddam Hussein was er een van constante terreur, waarin de Koerden keer op keer werden geconfronteerd met de brute realiteit van staatsterrorisme. Niet alleen werden hele dorpen en gemeenschappen verwoest, de dagelijkse realiteit was een gevecht om te overleven, gehuld in een deken van verdriet en verlammende angst. De herhaaldelijke schokkende aanvallen maakten de nachten onverdraaglijk en lieten een bevolking achter die wanhopig smeekte om gerechtigheid en hoop.

Een wereldwijde coalitie die een tiran ten val bracht
De internationale gemeenschap speelde een cruciale rol in het beëindigen van dit regime. Onder leiding van de Verenigde Staten, samen met bondgenoten als het Verenigd Koninkrijk, Australië en Polen, werd een brede coalitie gevormd met als doel Saddam Hoessein te verwijderen, gezien de internationale bezorgdheid over zijn agressieve beleid en mensenrechtenschendingen. Zijn inval in Koeweit in 1990, waarbij olievelden in vlammen opgingen, werd gezien als een directe bedreiging voor de stabiliteit van het Midden-Oosten én de wereldwijde energievoorziening. Hoewel de zoektocht naar massavernietigingswapens nadien vruchteloos bleek, markeerde de operatie in 2003 een keerpunt waarin de tirannie definitief een einde vond.

De onbreekbare geest van de Koerden
Midden in deze overweldigende tragedie schitterde een onverzettelijk licht van hoop en menselijkheid. Ondanks de onmenselijke wreedheden en het lijden dat hen werd aangedaan, bewijst de Koerdische gemeenschap keer op keer haar immense veerkracht. Hun vastberadenheid om te blijven vechten voor vrijheid, waardigheid en een rechtvaardige toekomst getuigt van een kracht die elke tirannie overstijgt. De Koerden hebben niet alleen het onvoorstelbare doorstaan, maar vormen ook een levend eerbetoon aan de menselijke geest, die zelfs in de meest sombere tijden weigert te breken.
Elke herinnering aan de gruwelijke daden van Saddam Hussein roept niet alleen tranen op, maar versterkt ook de vastberadenheid om te blijven strijden voor een wereld waarin nooit meer zo’n onmenselijk hoofdstuk wordt geschreven. Het verhaal van het lijden en de hoop van de Koerden is een krachtig eerbetoon aan wat er op het spel stond en aan de moed die nodig was om het duister te doorstaan en een nieuw licht te ontsteken.
Een nationale feestdag voor Irak en Koerdistan
Tegenwoordig staat 9 april symbool voor vernieuwing en hoop. Zowel in Irak als in de autonome regio Koerdistan wordt deze dag jaarlijks gevierd als een nationale feestdag. Het moment van de val van het tirannieke regime vormt de basis voor het herdenken van de offers die gebracht zijn en onderstreept de collectieve inzet voor vrede, democratie en wederopbouw. Voor de Koerden die zo lang in de schaduw van onderdrukking leefden, is deze dag tevens een bevestiging van hun herwonnen recht op zelfbeschikking en een sprankje hoop op een welvarendere toekomst.
De blijvende erfenis van bevrijding
De 22-jarige herinnering aan het einde van Saddam Hoesseins bewind blijft een krachtige herinnering aan de veerkracht en vastberadenheid van het Iraakse volk, en in het bijzonder van de Koerden. Terwijl Irak en Koerdistan hard werken aan stabiliteit, economische groei en een fruitvolle samenwerking, blijft deze dag een heilige herinnering aan de gruwelijke geschiedenis en de daaropvolgende triomf van vrijheid. Het is een dag waarop de moed en het doorzettingsvermogen van degenen die jarenlang onder de tirannie leden, in ere worden gehouden.
Met de jaarlijkse herdenking van deze bevrijdingsdag blijft de hoop op een vreedzaam, democratisch en welvarend Irak levend, en vieren de Koerden de langdurige strijd die hen tot een centraal onderdeel van het Iraakse politieke landschap heeft gemaakt. In de herinnering leeft het verdriet van een verleden dat nooit vergeten mag worden. Tegelijkertijd staat de onwankelbare geest van de Koerden symbool voor een toekomst waarin recht en menselijkheid nooit meer ondergeschikt zullen zijn aan de wreedheid van een tiran. Het is een verhaal dat de wereld wakker moet schudden en herinnert aan de noodzaak van standvastigheid, hoop en een onuitputtelijke strijd voor gerechtigheid.