600.000 Arabieren verhuisden in zeven jaar naar Kirkuk
Een Koerdische functionaris heeft op zondag beweerd dat de voormalige gouverneur van Kirkuk de verhuizing van 600.000 Arabieren uit andere delen van Irak naar de betwiste provincie heeft vergemakkelijkt. Deze verhuizingen zouden zich hebben voltrokken in slechts zeven jaar, wat heeft geleid tot de oprichting van verschillende nieuwe buurten.
Fahmi Burhan, voorzitter van de Raad voor Betwiste Gebieden van de Koerdische Regio, verklaarde tijdens een persconferentie in Sulaimani dat Rakan al-Jabouri, die in 2017 tijdelijk gouverneur van Kirkuk werd na de terugtrekking van de Peshmerga, “bijna 600.000 Arabieren naar Kirkuk bracht. Ook stichtte hij bijna negen buurten in de stad tussen 2017 en 2024.”
Jabouri’s heerschappij eindigde in augustus na de benoeming van een Koerdische gouverneur.
Burhan merkte op: “We kunnen niet met zekerheid zeggen dat deze mensen geen invloed zullen hebben op de toekomst van de stad.”
Er staat een bevolkingsonderzoek gepland in heel Irak op 20 november, maar de Koerden vrezen dat dit gebruikt zou kunnen worden voor politieke doeleinden tegen hen, vooral in betwiste gebieden zoals Kirkuk.
De kwestie van etniciteit is een belangrijke hindernis geweest voor het uitvoeren van een census tussen Bagdad en Erbil. In april maakte Irak bekend het onderzoek te zullen uitvoeren zonder naar de etniciteit van de burgers te vragen.
Honderdduizenden Koerden vluchtten uit Kirkuk nadat Iraakse troepen de Peshmerga hadden aangevallen en hen dwongen zich terug te trekken na het onafhankelijkheidsreferendum van de Koerdische Regio in 2017. De meeste van hen zijn sindsdien niet teruggekeerd.
Burhan riep de vluchtelingen op om vóór het census terug te keren naar de stad, en voegde eraan toe dat de Koerdische Regionale Regering (KRG) hen hierbij zal ondersteunen.
“We zijn de eigenaren van het huis, en wanneer iemand aan de deur klopt, mag die deur niet geopend worden door een gast,” zei Burhan.
“We zijn niet tegen de census, we erkennen het belang ervan… maar aangezien de problemen in deze gebieden nog niet zijn opgelost, zouden we graag zien dat de census in deze gebieden wordt uitgesteld totdat Artikel 140 van de Grondwet van Irak wordt geïmplementeerd,” verwees hij naar een artikel dat stappen voor normalisatie in de betwiste gebieden voorschrijft, inclusief de terugkeer van land en eigendommen naar hun oorspronkelijke eigenaren.
De Koerdische functionaris voegde eraan toe dat honderdduizenden Koerden uit Kirkuk zijn gevlucht.
“Meer dan 200.000 gezinnen hebben Kirkuk verlaten door de Arabisering en het beleid van verdrijving. Na 2017 zijn bijna 62.000 Yezidi’s uit Shingal vertrokken. Dit is een ernstig probleem voor ons en het zijn grote aantallen,” zei hij.
Shingal is het thuisland van de Yezidi’s in de provincie Nineveh.
Mensen uit de olie-rijke provincie Kirkuk, evenals andere betwiste gebieden tussen de federale Iraakse regering en de KRG, moeten tijdens de censusperiode naar hun geboorteplaatsen terugkeren, aldus Shwan Jabar, assistent-directeur van de bevolkingsregistratie in de Koerdische Regio, die zaterdag met Rudaw sprak.
Volgens Jabar zullen de census-teams tussen 16 en 19 november huishoudens in de Koerdische Regio bezoeken om gegevens te verzamelen.
“Op 20 en 21 november zullen de tellers de huishoudens bezoeken en de gegevens verifiëren,” merkte Jabar op, terwijl een avondklok over Irak en de Koerdische Regio zal gelden op deze twee dagen.
